Samenleven op STEK – hoe gaat dat in de praktijk?
Nu de woningnood hoog blijft, zoeken steeds meer mensen naar nieuwe vormen van samenleven. In Rosmalen wonen sociale huurders sinds twee jaar in een woongemeenschap in het groen, met een heuse ‘gemeenschapsbouwer’. Inzet is niet verplicht, wél een groot pluspunt. Werkt dat?

Foto: Peggy (l) en Annemiek (m) helpen medebewoonster Gaby op haar erf.
Bron: Brabants Dagblad / STEK in de Groote Wielen / Foto: Marc Bolsius
Wie op Stek wil wonen, moet een speciaal soort buurvrouw of -man zijn. Iemand die het liefst niemand tegenkomt, is hier niet op zijn plek. Als bewoner heb je een actieve rol in de gemeenschap, of dat nu meewerken in het voedselbos is of het organiseren van een gezamenlijke maaltijd. „Het idee is dat niet ieder huis afgebakend is met een eigen schutting, zodat je elkaar gemakkelijk kunt ontmoeten. In deze tijd is er behoefte aan verbinding”, zegt Janine van Heertum van Zayaz.
Op Stek kun je letterlijk en figuurlijk het touwtje uit de brievenbus laten hangen, wat de onlangs overleden schrijver en politicus Jan Terlouw het symbool noemde van verbondenheid en vertrouwen. Bewoonster Peggy (71) is enthousiast: „Ik woon hier pas een jaar, maar het lijkt veel langer. Ik ken al zoveel mensen. En dan het groen, het buiten zijn, het koffiedrinken aan de picknicktafel, het spontaan samen eten of borrelen.”
Woningcorporaties Zayaz en Joost bouwen op Stek tweehonderd houten woningen op twaalf woonerven, met een sociale huurprijs. De wijk is tijdelijk; de huizen kunnen verplaatst worden. Alleen de tachtig woningen van de derde fase, die eind dit jaar worden opgeleverd, blijven zeker staan. Om mensen makkelijker met elkaar in contact te brengen, zijn de erven gegroepeerd rond een groen erfhart.
Eerste stap soms lastig
Ideeën zijn mooi, de werkelijkheid is soms weerbarstig. Hoewel de mensen die op Stek wonen wisten waar ze voor tekenden, blijkt het een uitdaging om alle bewoners te betrekken bij de gezamenlijke activiteiten, zoals het onderhouden van het groene hart. „Mensen vinden het soms lastig om de eerste stap te zetten”, zegt Van Heertum.
Om de drempel te verlagen, kwam ‘gemeenschapsbouwer’ Willeke van der Doelen in beeld. „Meestal loop ik gewoon wat rond”, vertelt ze. „Dan stellen mensen vragen aan mij of ze merken iets op. Ik voer ook een-op-eengesprekken en vraag wat mensen nodig hebben om mee te doen.” Er is geen harde eis dat mensen zich inzetten. „Mensen zitten in verschillende levensfases. Maar door de vraag te stellen, zie je dat ze vaak meer kunnen dan ze denken.”
‘Kinderen zijn altijd kwijt’
Soms zit iemand alleen maar in zijn huis, vertelt Willeke. „Dan denk je dat die niet wil meedoen. Maar het kan ook dat iemand de taal niet spreekt, of niet makkelijk zijn mening uit in een groep. Pas geleden hadden we een gesprek over de inrichting van het erfhart. Ik vroeg een vrouw die bijna niets zei of ze een foto kon zoeken. Ze kwam met een beeld dat precies samenvatte wat de groep net had besproken.”
Op Stek wonen ook mensen die zich inzetten als ‘buurtverbinder’. Annemiek (62) betrok vier maanden geleden een studio op Stek – „Ik moest wel ontspullen, ik kwam van een grote twee-onder-een-kapwoning” – en zet zich vrijwillig twee dagdelen per week in om met medebewoners activiteiten te organiseren.
„In het begin ging ik veel te snel”, zegt Annemiek. „Ik wilde meteen aan de slag op de buurtakker. Maar je krijgt niet meteen iedereen op hetzelfde spoor. Nu laat ik het meer los; ik denk: het komt wel.” Volgens Annemiek zijn de jonge alleenstaande moeders het meest actief. „Dat is logisch, ze hebben veel aan elkaar en passen op elkaars kinderen.”
Er woont een mix aan mensen in het wijkje: jong, oud, single en gezinnen van alle nationaliteiten. Voor gezinnen met jonge kinderen is het een droom, zegt Annemiek. „Kinderen zijn hier altijd kwijt. Dan staat er weer in de buurtapp: ‘Weet iemand waar mijn Pippi uithangt?’”
‘Iedereen heeft een verhaal’
Zijn er dan nooit problemen? „Natuurlijk wel, knikken Annemiek en Peggy. „Hier staan de huizen erg dicht bij elkaar en als iemand bijvoorbeeld rookt, trekt dat zo bij iemand anders het huis in. Het is soms lastig om iemand daarop aan te spreken.” „Als er echt iets is, roepen we Willeke erbij”, lacht Annemiek.
Het opbouwen van een goede relatie is belangrijk, zegt Willeke. „Als je elkaar kent, ben je eerder bereid dingen te accepteren of bespreekbaar te maken.”
Peggy: „Iedereen heeft een verhaal. Door te luisteren kom je daarachter en bouw je een band op. Mensen doen soms niet mee. Niet omdat ze het niet willen, maar omdat ze niet weten hoe of omdat ze het niet gewend zijn. Bij klachten denk je na over de beste benadering. Boos reageren helpt niet; met een rustige vraag bereik je meer.” Allemaal leermomenten, zegt Annemiek. Peggy: „Je leert veel als je openstaat voor persoonlijke groei.”
Lees ook:

Meer nieuws
Bekijk het overzicht



